De leerlingen van het vijfde leerjaar hebben vandaag
zelf de omtrek- en de oppervlakteformule van de ruit ontdekt! De formule voor
de omtrekberekening kan je vinden door z x 4 te doen: een ruit heeft 4 gelijke
zijden en als je 4 keer de lengte van een zijde neemt, kan je de omtrek
bepalen;)
De formule voor de opp.berekening hebben
we gevonden dankzij de opp.formule van de rechthoek (kennen we reeds goed!).
Per twee hebben de vijfdejaars met twee ruiten 1 rechthoek gevormd. Dat wil dus
zeggen dat de oppervlakte van de ruit de helft is van die van de rechthoek nl.
(bxh):2
Bij een ruit komt de basis
overeen met de kleine diagonaal en de hoogte is gelijk aan de grote
diagonaal dus -> (Dxd):2
Geen opmerkingen:
Een reactie posten